Boffen wij toch weer…

Vanaf de plek aan de tuintafel kijk ik naar Poownie, hoe hij op zijn gemak zijn late lunch naar binnen werkt. De andere paarden kijken vanaf een afstandje verlekkerd toe. Dat geluk heeft Poownie, zonder voortanden en met zijn 25 jaar de oudste van de kudde dagelijks een extra portie voer voorgeschoteld krijgen. Zelf laat ik mij in die tussentijd verwarmen door de najaarszon. Ik ben zo moe dat ik hier, ter plekke, in slaap zou kunnen vallen. Ik loop altijd een beetje op mijn tenen op de vrijdagmiddag. Moe van de hele week door stampen. Maar de laatste weken is het erger dan anders. Door een aantal zieken op de zaak is het druk en loop ik niet meer op mijn tenen maar op mijn tandvlees. Het is dat de zon schijnt maar eigenlijk ben ik zo moe dat ik er chagrijnig van word.

Om op de vrijdag tijd te sparen rijd ik tegenwoordig vanuit mijn werk naar stal. Ik geef hem zijn eten en wat aandacht voor ik weer huiswaarts keer. Geregeld spookt het door mijn hoofd om een verzorgster voor hem te zoeken. Zoals “vroeger”. Toen hij nog in de bloei van zijn leven was. Ze namen mij werk uit handen. Poownie kreeg liefde en aandacht en zelf hadden ze een paard met een gouden hart. Hij sprong, croste door de bossen. Liep wedstrijden en ging zelfs met ze mee op vakantie. Dat is inmiddels alweer een aantal jaar geleden. Maar wat heeft een verzorgster nu aan een bejaard paard?!

Met zijn 25 jaar doet ie het nog prima hoor. Maar ik wil niet dat er nog met hem gejakkerd wordt. Of ondoordachte acties uitgehaald worden. De rek begint langzaam uit mijn “opaatje” te raken. Iets waar ik toch rekening mee moet houden. De stalbaas bood aan om Poownie op de vrijdag van zijn middagsnack te voorzien. Zoveel werk is het nu ook weer niet. Eerst wilde ik niet ingaan op haar aanbod. Liever wanneer het echt nodig mocht zijn. 

Nadat ze het twee keer aangeboden had bedacht ik mij. Ze “kookte” een keertje toen ik echt niet kon en vanaf dat moment is ze op de vrijdag zijn maaltijden blijven geven. Bovenstaande is inmiddels alweer een paar weken geleden. De eerste keer voelde ik mij wat onwennig en zelfs bezwaard. Na 1.5 jaar een soort mantelzorger te zijn voor je eigen paard met periodes dat ik soms twee keer per dag langs ging, naar één dag echt heel bewust overslaan.

Tot nu toe voelt iedere vrijdagmiddag, einde van de werkdag, als een cadeautje. Ik hou super veel van Poownie maar een vrijdagavond niet weg te hoeven, gewoon op de bak kunnen ploffen en bijkomen van een week buffelen voelt echt heerlijk. En toen ik van de week een appje kreeg dat ze hem zelfs mee uit grazen had genomen realiseerde ik voor de zoveelste keer dat we het echt getroffen hebben op deze stal! 

 

 

 

-❤️-

 

’s Morgens in de vroegte… 

Het is nog geen zes uur geweest als mijn wekker gaat. Wat een pijnlijk moment. Zeker als je bedenkt dat dit mijn vrije dag is. Met de vreselijke hitte die voor vandaag voorspelt is wil ik voor dag en dauw mijn weide klusjes gedaan hebben. Eigenlijk had ik nog iets eerder mijn bed uit moeten gaan, maar er zijn grenzen. A la Speedy Gonzales kleed ik mij aan. Neem twee treden tegelijk en sla de laatste per ongelijk helemaal over waardoor ik nog iets sneller beneden ben. Ruk mijn denkbeeldige sombrero van de kapstok en jump op mijn paard, euh ik bedoel in de auto. Zie je, dat doet haast met je. En de dag is nog niet eens goed en wel begonnen. 

Om tijd te winnen gun ik mijzelf geen ontbijt. Ook mijn koffie moment bewaar ik voor straks. Dan smaakt het des te lekkerder. De rit duurt precies 7 minuten. Het is vakantietijd en dat merk ik aan alles. Het is, op dit vroege tijdstip, een heel stuk rustiger op de weg. Ik hoef echter maar twee straten door voor ik in de polder ben. Waar op wat vogels, hazen en slakken na, niemand te zien of te horen is. Dauw hangt als mysterieuze slierten over het land. Zich nog geen kwaad bewust van de zonnestralen de hen weldra zal doen oplossen. Het is een prachtig gezicht. Eigenlijk had ik nog iets eerder mijn bed uit gemoeten zodat ik het plaatje vast kon leggen. Maar ja, die grenzen he! 

Als ik na al mijn gehaast op stal aankom word ik overvallen door de rust. Hier neem ik even de tijd voor. Op mijn gemak wandel ik naar de wei waar de paarden staan te soezen of te grazen. Ze worden nu tenminste nog niet geplaagd door die smerige vliegen. Zodra mijn welkomst-fluitje de stilte doorklieft zijn ze allemaal wakker en komen mijn kant op. Een voor een begroet ik ze. Maar ik ben om klusjes te doen dus ik pak snel de kruiwagen en ga aan de slag.

Het is helemaal niet vervelend om in alle vroegte zo aardend bezig te zijn. Als je denkt dat ik midden in de wei op mijn yogamat een zonnegroet aan het doen ben, heb je het mis. Ik sta gewoon stront te scheppen.Toch heeft deze hersenloze bezigheid iets rustgevends. Niemand die aan je kop zeurt. Geen telefoons die beantwoord moeten worden. Geen mail. Het is jammer dat niet iedere ochtend zo kan beginnen. Het contrast met de start van een gewone werkdag had niet groter kunnen zijn. Afgezien van de wekker die zo vroeg afgaat dan. 

In mijn nek vormt zich een pareltje zweet. Ik voel hem over mijn rug naar beneden glijden. Wanneer ik hem wegveeg voel ik dat de rest van mijn rug ook al niet zo droog meer is. De hitte begint al flink door te zetten. Nog geen 07.00 uur en de temperatuur is nu al rond de 25 graden. Met een volle kruiwagen sjok ik terug naar voren. De buren zijn ook al vroeg in de weer met het berijden en trainen van het jonge paardenspul. Ik werp een blik op onze wei. Ouderdom komt met gebreken. Zeker bij Poownie. Maar voor nu heeft ie in ieder geval niks te klagen. 

Zonsopkomst in de polder

 

 

 

***

Keep the faith…

De operatie was nog geen uur geleden en hij stond alweer hooi naar binnen te schuiven. Lees *hier* het vorige deel.

Die avond, toen iedereen weg was en ik alleen met Poownie achterbleef, kei verrot en aangedaan door alles wat ik gezien en gehoord had, kwamen de tranen. Van alle opgebouwde spanning, wanhoop en ellende maar vooral ook van opluchting. Een weg terug was er niet meer. Misschien zou ik hem nog een gebit aan kunnen meten, één met een gouden tand of zo. Staat wel hip, toch? Voorzichtig liet ik mijn angst los en leunde, net als Poownie nog iet wat onbeholpen, op de woorden van Vivianne: “alles komt goed!” 

Je zou zeggen dat je na zo’n inspannende dag als een blok in slaap zou vallen. Niets is minder waar. De indrukken van de vorige dag zorgden voor een onrustige nacht. In alle vroegte haastte ik mij naar stal. Ik trof Poownie etend aan, totaal niet gehinderd door het missen van zijn voortanden. Vanaf een afstandje bleef ik kijken. Het bloed had zijn lippen roze gekleurd maar verder was er niets aan hem te zien. Blijkbaar was de pijn die hij nu voelde een verademing met de pijn die hij al die tijd gehad moest hebben. 

Wat mij vooral verdrietig stemde was de beredenering van de arts uit Ridderkerk, die Poownie als eerste onderzocht heeft. Ik moest vooral zelf blijven voelen aan zijn tanden. Wanneer ze los zaten, zou hij ze komen trekken. De tanden van Poownie zouden nooit uit zichzelf los komen te zitten! De wortels waren helemaal vergroeid en misvormd! Hij zou dus al die tijd met helse pijnen blijven rondlopen. Hierdoor niet meer goed kunnen eten en alsmaar verder achteruit gegaan zijn. Zo zou hij volgend jaar waarschijnlijk niet eens halen. Of je een paard van 25 zo’n operatie aan moet doen? Ja, dat moet je! Het is een verbouwing van zijn kaak, ook dat! Vraag jezelf eens af: Zou jij zelf niet geholpen willen worden als je (vreselijke) kiespijn hebt? De arts had ons op zijn minst door kunnen verwijzen naar een andere kliniek, wanneer hij zelf deze klus niet zou willen klaren…

Inmiddels zijn we ruim vijf weken verder en Josje en Vivianne hebben (gelukkig) gelijk gehad. Zijn kaak ziet er heel wat rustiger uit. De wonden zijn voor een groot deel al dicht gegroeid. Je zou hem nu eens moeten zien!! Een compleet ander paard met dito uitstraling. Geen idee of hij de 30 gaat halen, maar hij is in ieder geval pijn vrij, aangekomen en conditioneel ziet hij er ook een stuk beter uit. Het is wonderbaarlijk hoe snel hij na de operatie alweer stond te eten en te grazen!! Want zelfs dat kan een paard zonder voortanden!

Ik ben Josje heel erg dankbaar voor haar geduld, doortastendheid en bemiddeling. Maar ook Dierenkliniek Benschop Oudewater, Vivianne en Xandra. Twee toppers die op locatie ruim 3.5 uur bezig zijn geweest. Niet snel onder de indruk waren van de smerige klus die hen te wachten stond. Ons heel goed begeleid hebben. Tijdens de operatie heel veel verteld, laten zien en laten voelen hebben. Vooral ook het waarom hebben uitgelegd! Deze dames hebben mij het vertrouwen terug gegeven dat ik eerder bij (vee)artsen ben kwijt geraakt. Poownie is er nog niet. Maar we zijn een heel eind op de goede weg. Binnenkort lekker het weiland op, zodat we allemaal even bij kunnen tanken…

 

 

***

Alles komt goed…

Even voelde ik mij terug bij af… Lees hier: deel I.

Maak je geen zorgen, zei Frank. Mijn vrouw gaat contact met je opnemen en als zij niet kan, dan kom ik zelf! Alleen al bij het horen van die woorden viel er een last van mijn schouders. Binnen een half uur werd ik al teruggebeld door Vivianne van Leeuwen, werkzaam bij Dierenkliniek Benschop & Oudewater.
De ingreep: heftig, bloederig maar zeer zeker nodig!
Geschatte tijd: zeker drie tot vier uur?! Als het mee zit!
De afstand naar ons? Tja, we lagen niet geheel op de route in hun werkgebied, maar een uitzondering maken kon natuurlijk altijd. Er werd een afspraak ingepland en ik werd voorzien van de nodige informatie. 

Hij moest nog twee weken uitzingen voor de operatie plaats zou vinden en ik verwende hem waar ik kon. Gelukkig ging het grazen bewonderenswaardig goed. Dat deden we dan ook vaak en heel veel. 20 mei om 10.00 uur was het zover. Zelf had ik de hele nacht naar het plafon liggen staren en besloot om 8.00 uur maar naar stal te gaan. Kon ik Poownie nog een “galgenmaal” voorschotelen. Klokslag 10.00 uur stonden er twee “kaakchirurgen” op de stoep. Vlotte dames die van aanpakken wisten. De stal was in no-time omgebouwd tot OK. Niet geheel steriel maar voldoende om te opereren. 

Poownie voelde nattigheid maar liet zich toch verleiden om naar binnen te lopen. Hij kreeg een flinke roes die hem nog maar net op de been hield en zijn kaak werd plaatselijk verdoofd. Ik hoefde er niet langer bij te blijven maar besloot dit wel te doen. Het is toch je kind he! Ook de staleigenaar was zo lief om er heel de tijd bij te blijven voor fysieke hulp en mentale steun! Toen de verdoving eenmaal zijn werk deed kon het “feest” beginnen. De artsen vertelde tot in detail wat ze deden en waarom. Na een grondige inspectie moest er flink in het tandvlees worden gesneden. Een beitel werd met een hamer tussen de tanden en het tandvlees gejast. Geloof mij, geen pretje om te zien. Zijn tanden bleken muurvast te zitten. Er moest dus nog meer gesneden en gebeiteld worden om er beweging in te krijgen. 

Langzaam werd mijn witte mooie Poown rood van kleur. Om nog maar niet te spreken over de armen en het gezicht van de arts. Nog steeds werden wij van commentaar voorzien. Het leek op een live uitzending van National Geographic. Stuk voor stuk trokken ze er verwrongen en vergroeide tanden uit. Zo erg dat ik mij af vroeg hoe dit in hemelsnaam in zijn kaak heeft kunnen zitten. Na ruim drie uur was de klus geklaard. Alles onder het bloed en Poownie’s kaak een gapend gat wat niet gehecht werd maar uit zichzelf dicht zou moeten groeien.

Een uitleg over hoe verder en geruststellende woorden van de arts volgden: Alles komt goed! De verdoving raakte langzaam uitgewerkt. Poownie wist niet helemaal wat hem was overkomen. Bij mij stond het echter haarscherp op mijn netvlies. Ik heb een sterke maag, maar mijn geest draaide overuren. De operatie was nog geen uur geleden en hij stond alweer hooi naar binnen te schuiven. Iet wat onbeholpen maar het lukte wel. Het was zo sneu om te zien en tegelijk vond ik hem zo’n gigantische bikkel!! Tot laat op de avond bleef ik bij hem en hield mij vast aan de woorden van de arts: alles komt goed!

 

Volgende week lees je hoe dit verder afloopt….

 

***

 

Operatie Poownie deel I…

Poownie heeft het afgelopen jaar een hoop voor zijn kiezen gehad. Het begon vorig jaar mei met een verhuizing naar een nieuwe stal met dito kudde. Nog geen maand op zijn nieuwe plek en hij had al een flinke peesblessure te pakken waar hij heel de zomer van moest revalideren. Gedeeltelijk los van zijn nieuwe vrienden. Aan het einde van de zomer moesten ze terug naar hun winterverblijf. Ook dat was flink wennen. Geen stallen meer en zelf zorgen voor een eetplek aan een van de hooiruiven. Gelukkig allemaal met zijn lieve vriendinnetje aan zijn zijde. Dat hij afviel was voor mij niet heel gek maar binnen enkele weken was hij zo vermagerd dat we zijn ribben konden tellen. Ook zijn vacht zag er niet uit. Om over de blik in zijn ogen nog maar niet te spreken. Dat ging niet helemaal goed. 

Hij werd inmiddels flink bijgevoerd. Er kwam ander hooi en samen met zijn vriendinnetje ging hij een gedeelte van de dag in een eigen paddock. Zo konden ze ongestoord eten. Hij ging er beter uitzien. Zijn wintervacht zette goed door en hij kwam weer iets aan. Maar het ging nog steeds niet zoals ik wilde. 

Tandarts Josje kwam langs. Na een grondig onderzoek kwam ze tot de conclusie: EOTRH. Een ziekte waarbij de snijtanden oplossen of een teveel aan cementvorming rondom de wortels ontstaat. Beide zou ook nog mogelijk kunnen zijn. Hierbij komt de tand los te zitten of de wortel vergroeid en misvormt de kaak helemaal. Met alle gevolgen van dien. Geen wonder dat hij zo afviel, hij kon niet goed eten en verging waarschijnlijk van de pijn. Artsen weten nog niet precies hoe deze ziekte ontstaat. Er is tot op heden ook geen behandeling voor. De enige remedie is de aangetaste snijtanden te laten verwijderen. Bij Poownie, mogelijk, allemaal… 

Poownie liep ook al enige tijd met deze aandoening. Dit nieuws sloeg in als een bom. Zijn vorige tandarts had dit duidelijk moeten zien. Maar gaf ieder jaar aan dat ie een prima gebit had. Ik kwam te weten dat EOTRH heel pijnlijk en ongemakkelijk is. Verder kunnen paarden prima leven zonder voortanden. Zeker wanneer ze hun (gezonde) kiezen nog hebben. Gezien de pijn die hij had moest ik echt stappen ondernemen. Ik maakte een afspraak met de kliniek in Ridderkerk. Nadat er foto’s waren gemaakt en Poownie onderzocht was wilde de arts mij niet verder helpen. Zijn tanden zaten nog veel te vast. Een operatie zou zeker 3 uur duren en een complete verbouwing van zijn kaak betekenen. Of Poownie pijn had? Dat wist ie niet. 

Gedesillusioneerd keerden we huiswaarts. Weet je hoe frustrerend het is als twee doktoren lijnrecht tegenover elkaar staan en jij er tussenin zit? Poownie bleef in die tussentijd met al zijn ongemakken zitten. Ik belde Josje en vroeg haar wat te doen. Een second opinion volgde bij twee andere tandartsen. Beide kwamen met dezelfde mededeling: Tanden er uit en snel!! Terug naar Ridderkerk was voor mij geen optie. Dus belde ik Frank van Leeuwen in Utrecht, één van de twee artsen die Josje had benaderd voor een second opinion. Frank komt namelijk ook op locatie.

Het bleek dat hij kort ervoor gestopt was als paardentandarts. Alle spullen had hij overgedragen aan zijn vrouw. Ik zag het probleem niet, was het niet dat zijn vrouw werkzaam is bij een compleet andere kliniek. Jeetje, wat nu?! Even voelde ik mij terug bij af… 

 

Hoe dit verder gaat lees je volgende week in deel II

 

 

***

Door de ogen van Draak…

“Nee, ik ga echt niet mee!” Ik ren mooi nog een rondje door mijn kooi. Fladder met mijn vleugels en gil nog even overdreven. Zie mij maar eens te pakken! Ik maak er een show van. Als Amazone moet je, je niet zomaar gewonnen geven. Maar dan zie ik mijn reistas. “He leuk, waar gaan we naar toe?” Zo snel als ik mijn act opvoer, zo snel kan ik hem ook weer laten varen en stap in. Als ze de voorkant dichtritst roep ik alvast gedag naar de heren die lekker niet mee mogen. 

Het was even wennen maar de reistas bevalt wel. Ik moest wel leren mijn evenwicht te bewaren. Dat geschommel was nieuw voor mij. Verder is het fijn dat ik iedereen kan zien maar niet iedereen mij. Vooral de roofvogels in het park. Die zien mij aan voor een groene duif! Nu ik op mijn gemak zit durf ik ook meer geluid te maken. We gaan vandaag op de fiets. Dat is nog wel een dingetje. Ik zie namelijk niet waar we heen gaan want ik zit dus in die tas, op haar rug en beweeg daarbij ook nog eens achteruit. Ben je al wagenziek bij het idee?! Dan begrijp je dat ik dit ook niet zo tof vind. Het is gelukkig maar een klein stukje, zegt ze. 

Als we stilstaan en ik van de achterkant naar de voorkant gehesen wordt zie ik pas waar we zijn. Ik herken die haarbal vanaf een afstand. Poownie is zijn bijnaam. Als ze hem roept komt ie nog ook. Hoe dom!! “Run furball run!!” roep ik. Straks moet je naast mij op stok. Dat past nooit in die tas! Wanneer hij dichterbij komt steekt ie ook nog eens zijn neus in de tas. Als een groet, denkt ze. Waarschijnlijk wil ie gewoon weten of ik niet te knagen ben, net als die roofvogels. Ik groet hem toch maar netjes en roep “hallo!!”. De andere paarden lijken dit blijkbaar grappig te vinden want ze komen ook even buurten. Kijk die aandacht bevalt mij dan wel weer. 

Haarbaal heeft het voor elkaar hoor. Lekker liggen rollen in de blubber. Zijn vacht is normaal gesproken wit. Maar komt nu eerder in de buurt van vaalbruin met hier en daar een zwarte plek. Ik lig helemaal in een deuk, nu moet ie eerst door de “wasstraat”. Ik zie aan zijn kop dat ie het gepoets maar niets vind. Om hem erdoorheen te helpen fluit ik een mooie melodie. Dan gaat de tijd nu eenmaal sneller. Als ie dan eindelijk schoon is gaan we een stukje wandelen. Nou ja, ik laat mij dragen in mijn tas. Mensen die we onderweg tegen komen vinden het geweldig om te zien hoe ik als een koning wordt rondgesjouwd. Ze vragen ook altijd of ik kan praten?! Domme vraag, natuurlijk kan ik dat!! Je moet hun reactie eens zien als ik “hallo”, en “dank je wel” zeg.

Na een uurtje zijn we terug. Haarbal mag nog even met mij op de foto voor onze wegen zich weer scheiden. Jeetje, al die frisse buitenlucht en indrukken maken wel moe hoor. Als we thuis zijn kruip ik lekker op stok in mijn kooi. De rest van de dag zal je mij niet meer horen of zien.

 

Lees “hier” het originele verhaal dat ik vorig jaar schreef.

Paard en papegaai samen aan de wandel.

 

 

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen insta-account.

***

Chaos op zijn retour…

Door de hopeloze chaos in mijn hoofd lukte het mij niet om van mijn bezigheden een creatief schrijfsel te maken. Een van de redenen waarom ik drastisch achter loop met bloggen en bij-lezen. Gelukkig had ik er nog een aantal in mijn concepten staan die ik tijdens een creatieve bui al neergepend had. Dus kon ik de afgelopen weken gewoon een blog van de plank pakken. Tja, die voorraad is een keer op natuurlijk. Vorige week bleef mijn blogplanner zelfs helemaal leeg. Maar het was dan ook veel te lekker weer om achter de pc te kruipen. Ik heb dan ook aardig wat tijd buiten doorgebracht. In periodes dat ik mijzelf voorbij aan het rennen ben, zoals de afgelopen maanden, is de zon mijn rustpunt. Om bij te tanken, op te warmen en op te laden. Als de zon dan even schijnt merk ik pas hoeveel ik hem gemist heb.

Hoewel ik nog steeds een dag- en avondvullend programma heb, lijkt het nu op alle fronten wel iets rustiger te worden. Zo heb ik oa een goed gesprek op mijn werk gehad waarbij de “baas” echt de tijd nam om te luisteren. Hij ondernam direct actie en paste ons systeem zo aan dat het voor mij werkt in plaats van andersom. Er is in korte tijd zoveel bij- en op mij afgekomen en vooral ook veranderd dat de werkwijze en uitvoerende taken eens flink herzien moesten worden. Ik probeerde alle ballen in de lucht te houden maar zonder vangnet en structuur is dat best een uitdaging. De komende periode gaan we zien of het werkt en vooral of het de rust terug brengt. 

Ook op stal lijkt de winterproblematiek bij onze Poownie (op leeftijd) een beetje op zijn retour. Hij heeft het na de verhuizing van zijn zomer- naar zijn winterverblijf flink voor zijn kiezen gekregen. Andere omgeving en ook nog eens een compleet ander ritme. Geen ophokplicht meer. Maar dat betekende zelf een slaapplaats in de kudde regelen en een plek aan een van de voerruiven. Hij voelde zich iet wat ontheemd. Zo erg zelfs dat we hem in korte tijd flink achteruit zagen gaan. Hij werd somber en steeds magerder. Meerdere artsen hebben hem onderzocht, tandarts is er bij geweest. Hij heeft zelfs nog een dag op de kliniek gestaan voor foto’s en verder onderzoek naar zijn gebit. Maar meerdere artsen dus ook meerdere meningen die erg ver uit elkaar lagen. Ik betaalde voor advies maar kreeg er wanhoop en nog meer kopzorgen voor in de plaats. 

Uiteindelijk trok ik mijn eigen plan. Poownie gaat nu een paar uur per dag uit de kudde om zo op zijn gemak te kunnen eten en tot rust te komen. Hij wordt twee keer per dag flink bijgevoerd. Dankzij de goede zorgen en het meedenken van onze stalbaas zien we hem met de week opknappen! Uiteraard kon ik dit niet zonder de hulp van mijn lieve stalgenoten die hem ’s morgens trakteren op een goed gevuld hooinet en zijn flink gevulde voeremmer. Toppers zijn het!! 

Inmiddels zijn we al een aantal keer op mooie lente dagen getrakteerd. En over een paar dagen gaat ook Merlin weer te water. Dan gaat ons wateravontuur weer van start. Dit geeft hernieuwde energie en lukt het mij om ook weer te genieten van de leuke en kleine dingen in het leven. 

 

Lieveheersbeestje op bloesem

 

***

Een kleine ronde…

Het zou vandaag warmer worden dan gisteren. Als ik naar buiten kijk is dat er niet aan af te zien. Als ik eenmaal buiten ben voelt het al helemaal niet zo. Ik check de thermometer in de tuin. +2 graden boven 0. Met oostenwind een gevoelstemperatuur van -5. De fiets blijft voor wat ie is. Ik jump in de auto en ben zo dik ingepakt dat het lijkt alsof ik naar Siberië afreis. Ik ga echter maar 6 km verder om te stoppen bij Poownie. Het is net 10 uur geweest, toch had ik deze zondag wat meer auto’s in de straat verwacht. Een moeder en haar dochter is mij voor. Ze trotseren de kou voor een wandeling met hun paard. Daarna blijf ik alleen achter. 

Als ik Poownie roep staat hij binnen 2 tellen voor mijn neus. Hij weet precies wat we gaan doen. Terwijl hij een uur lang mag grasmaaieren in het buitengebied, sta ik te klappertanden en ontwikkel afstervende ledenmaten. Hij moet dit stuk gras wel delen met blaffend geweld en loslopende honden maar dat deert hem niet zolang hij mag grazen. Als hij eenmaal met zijn grootste hobby bezig is valt het mij op dat het eigenlijk wel mee valt met de kou. Er is nagenoeg geen wind en mijn handen voelen zelfs warm aan. In ieder geval een hele verbetering vergeleken met gisteren. Waarbij de oostenwind dwars door al mijn lagen thermokleding heen ging. 

De appjes van stalgenoten druppelen binnen. Ik volg ze met een schuin oog, bang om mijn warme handen over te leveren aan de kou. Ze willen een buitenrit maken en gaan voor een grote ronde. Dat is voor ons nu net te ver en te veel. Maar dan komen de reacties van andere stalgenoten die een kleiner rondje willen lopen. Kijk, dat sluit meer aan. Na drie kwartier breek ik in op Poownies graasplezier en lopen we terug naar stal. Waar net geen auto stond staat het nu vol. Bijna iedereen is aanwezig. Wat gezellig. Sinds we de wei hebben ingeruild voor ons winterverblijf heb ik het niet meer zo druk gezien.   

Her en der wordt er een borstel over de paarden gehaald. Zelf wissel ik mijn snowboots in voor wandelschoenen. De dames van de lange ronde vertrekken iets eerder dan ons maar al snel gaan ook wij, vier vrouw sterk, op pad. Twee te paard en twee wandelend. Poownie heeft de eerste vijf minuten de leiding. Met zijn oren rechtop laat hij zien welke route we zullen gaan lopen. Maar dan vertraagt hij zijn tempo. Zijn wandelmaatje mag tussendoor grazen. Het duurt niet lang voor hij in de gaten heeft hoe dit werkt. Naar voren rennen zover als het touw dit toelaat. Naar beneden duiken om te grazen wat je grazen kunt en wachten tot je gepasseerd wordt. Dan herhaal je de stappen.

Zijn maatje heeft een veel langer touw. In zijn ogen super oneerlijk. Maar zolang hij af en toe een hap gras mee kan pakken zal je hem niet horen. Er zijn hier voldoende wandelpaden die kriskras door het gebied lopen. Zo kun je de route steeds afwisselen en uiteindelijk zo groot maken als je zelf wilt. Na een kleine 4 km zijn we terug. Zijn we de frisse ochtend toch sportiever dan verwacht doorgekomen. 

wandelpaden met uitzicht op de polder

Aan alles komt een eind…

Hoewel de mooie dagen toch nog even voortkabbelden liep ons zomerseizoen toch echt op zijn einde. En met ons bedoel ik die van Poownie en zijn graas-maatjes. Was het begin van het seizoen nog wat zoeken naar mooie stukjes groene weides in verband met de droogte, hadden we aan het einde mals groen gras in overvloed. Toch moest eens de knoop doorgehakt worden. Dus halverwege oktober stond voor ons wederom een kleine verhuizing gepland. We moesten van ons zomerverblijf naar ons winterverblijf. 

Dat is best een onderneming kan ik je zeggen. Waar ik eigenlijk altijd het geluk heb gehad de wei en stal op één terrein te hebben, moesten we nu dus een wandeling van een kilometer of drie maken. Dat betekende eerst een auto op stal neerzetten. Ons af laten zetten bij de wei en met paard en al weer lopend terug naar stal. Goed voor de stappenteller, dat dan wel weer. Poownie, zijn vriendinnetje en sinds enkele maanden nog een ander witje zijn er dit jaar nieuw bijgekomen. Het winterverblijf is voor hen dus een grote verrassing. We waren dan ook erg benieuwd hoe ze hierop zouden reageren. 

Ons winterverblijf is niet zomaar een stal. Sterker nog, er zijn niet eens stallen zoals we die gewend zijn. Er is hier geen ophokplicht. De paarden lopen vrij in de zandpaddock. Eigenlijk is het een soort Poownies playground. Maar dan zonder ballenbak. Er staan diverse hooi-ruiven die 24/7 gevuld zijn. De paddock is een grote zandbak met her en der diverse bergen zand om op te klimmen en te graven. Er is een (wandel)track rond de rijbak met hier ook weer her en der boomstronken en bielzen om je tanden in te zetten of overheen te klauteren. Er staan bomen waar ze aan kunnen knagen en er is een schuilstal met diverse openingen en richtingen om verstoppertje in te spelen.

Eenmaal gearriveerd werden we begroet door de dames en paarden die al wat eerder die kant op waren gegaan. Het was een feest der herkenning toen de paarden weer bij elkaar in de bak stonden. Er werd over en weer gehinnikt en er werd direct wat afgesnuffeld en geknuffeld (alsof ze elkaar weken niet gezien hadden) Daarna ploften er een aantal neer om eerst eens lekker te gaan rollen. Een teken dat ze zich direct thuis voelden. Toen ze de track in de gaten kregen was het hek van de dam. De gehele groep kwam in beweging en er werden wat rondjes gesjeesd. 

Sneller dan verwacht kwam de rust weer terug en kon het verkennen op hun nieuwe verblijf hervat worden. Poownie verloor zijn vriendinnetje geen minuut uit het oog. Alles werd samen ondernomen. Eten, drinken, een wandeling door de stallen. Als ik hem mijn stappenteller had gegeven was ik voor de rest van dit jaar binnen. 

Niet alleen voor de paarden een fijne plek. Ook voor ons is gezorgd. Het hele terrein is voorzien van verlichting. De drinkbak is automatisch dus geen gesleep met emmers meer. We hebben een opgeruimde en verwarmde zadelkamer met een gezellig zitje voor ons. Inclusief een keukentje, waar we met koude en regenachtige dagen lekker een kop thee kunnen drinken. De zomer is weliswaar teneinde maar wij komen deze winter wel door. En als bonus is onze achtertuin wederom een prachtig natuurgebied. 

 

Rollend paard, rennend paard en een etend paard

 

 

***

Met de heren op stap…

Inmiddels is hij er redelijk aan gewend. Maar hij zou geen echte Amazone zijn door er eerst een groot drama van te maken. Dus we starten met een (kleine) achtervolging onder en over zijn kooi voor ik hem eindelijk zover heb om op te stappen. Met Draak op mijn arm draai ik mij om naar de eettafel waar zijn reistas al staat te wachten. Er wordt nog wat spastische met de vleugels geklapt en er volgen zenuwachtige “ik-wil-niet” geluidjes maar ik doe of ik hem niet zie of hoor. Als ik hem voor zijn reistas zet lijkt hij zijn hele toneelspel vergeten: “Oh kijk nou mijn reistas, JOEPIE!! Ik mag mee!” Zonder verder gemor stapt hij in en roept naar de rest van de lui in de kamer: “DAG TOT STRAKJES!!” Je moet het even weten, maar Amazone’s hebben een onuitputtelijke trukendoos en zijn cum laude afgestudeerd aan de HTS (de Hoge Toneel School). 

Ik ben vrij vandaag en omdat het lekker weer is kan Groene Draak prima mee op stap. In zijn reistas hoeft hij niet bang te zijn om onderweg opgevroten te worden door hongerige roofvogels of honden. We zijn de straat nog niet uit of zijn gefluit en geroep begint al. Ik zing of fluit vaak hardop wanneer Draak mee is en we kunnen hele conversaties hebben over drie keer niks. Maar voor mensen die niet zien dat ik een papegaai in mijn rugzak heb zitten, is dit een rare gewaarwording. Die zullen wel denken… 

We fietsen door de polder met als eindbestemming: Poownie. Om daarna met de twee heren een wandeling te maken. Poownie is aan het opknappen van zijn peesblessure en geregeld maken we een wandelingetje. Ik moet eerst met Draak door het weiland om hem op te halen. Het blijft lachwekkend om te zien hoe de andere paarden reageren. Een pratende “rugzak” is niet iets wat ze dagelijks meemaken. Sommige zijn onder de indruk en staan even te snuiven terwijl Poownie zijn neus in de tas duwt om Draak gedag te zeggen. Tenminste, ik denk graag dat ie dat bedoelt.

Poetsen is niet echt Poownie’s ding, net als wandelen trouwens. Maar zoals hij er nu uitziet kan echt niet. Ik haal snel een borstel over zijn vacht terwijl Draak ons trakteert op wat muzikale klanken. We zijn de dijk nog niet uit of de eerste wandelaar krijgt Draak in de gaten en begint spontaan een praatje. Eerst met mij maar al snel wordt de aandacht verlegt naar de inhoud van de rugzak. “Wat ben jij mooi!!” Zegt ze. Gevolgd door een “Dank je wel!” van Draak. Achter mij staat er één druk te stampvoeten en te snuiven. Poownie is het er niet mee eens: “Wat een onzin!! Het is niet meer dan een groen gevederde pinata die toevallig kan praten! Kunnen we nu verder?!” 

De rest van de weg leggen we in stilte af. De terugweg is een ander verhaal. Poownie ruikt stal en krijgt het op zijn heupen terwijl Draak ieder woordje uit zijn repertoire ten gehore brengt. Het moet er, op zijn minst, bijzonder hebben uitgezien. Een uur later staan we weer in de wei. Draak mag nog even zijn vleugels strekken voor we terug fietsen. En als afscheid volgt er nog een fotomomentje. Een half uur later zit hij weer op zijn stok. De rest van de avond komt er geen geluid meer uit zijn snavel. Moe maar voldaan. 

 

Paard en papegaai samen aan de wandel.

 

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen insta-account.

 

***